donderdag, mei 06, 2010

Auw

Elk jaar, zo in april of mei ga ik met wat vrienden mountain-biken. Dit is in veel gevallen berg op lopen en de fiets duwen met schoeisel dat daar niet voor bedoeld is en naar beneden rollen met kramp in de handen van het remmen en de spanning. Je zou eens hard kunnen gaan. Zo'n weekend begint op vrijdag met het vertrek en aankomst op de bestemming, in dit geval de Duitse Vulkaan-Eifel niet ver van Trier en eindigt op maandag met de terugreis. In mijn geval toch zo'n 720 km maal twee. In de twee tussen liggende dagen proberen we te fietsen. Het niveau in de groep van 7 man is nogal verschillend te noemen. Enkele beesten en enkele slapjanussen. Tot die laatste groep reken ik mijzelf en dat is geen valse bescheidenheid. Aan een goede conditie heb ik alleen herinneringen. Toch vermannen wij kneuzen onszelf om ons met de beste te meten. Fietsen alleen is niet het grootste probleem. Vrijdagavond werd de moet er al goed ingedronken en de voordeur tot ons appartement geblokkeerd door lege bierflessen. Ik moet zeggen, we hadden er zin in. Zaterdagochtend en na menig roze ibuprofen olifanten killer, zaten we op onze fietsen. De eerste valpartij was voor mij. Nog geen uur onderweg en ik lag al stof te happen. Een koprol met fiets en al was het gevolg van een hevig gebrek aan techniek mijnerzijds. Gelukkig werd mijn val vastgelegd op de gevoelige chip zodat dit als bewijs kan dienen voor het thuisfront. Met de val heb ik wel een paar ribben gekneusd. Erg onhandig als je nog twee dagen moet fietsen over ongeplaveide wandelpaden. Ik heb mij er doorheen geslagen.

Hans Faber