Geschaakt
Onze sociale contacten, hier verlopen erg goed. Nederlanders, Belgen, Engelsen, Duitsers en jawel ook Fransen. Nu spreek ik goed Engels, behoorlijk Duits, redelijk Nederlands en beroerd Frans. Dat was enkele buren ook opgevallen. Het grappige is dat zij daar meer mee lijken te zitten dan ikzelf. Het mooie van deze mensen is dat ze graag willen helpen. Zo ben ik gevraagd door een van onze buren om te helpen een hek in zijn tuin te plaatsen, om zo hun net aangeschafte eenden een thuis te geven.
Deze buren, een familie bestaande uit man, vrouw en drie kinderen waarvan twee eigen en een geadopteerd, zijn een heel vriendelijk en behulpzaam stel. Alleen lichamelijk hebben ze het wat lastig. Moeders is snel moe en algemeen zwak en werkt als administratief medewerker in een ziekenhuis. Vaders lichaam is getekend door jeugdpolio en is, misschien wel daarom, boekhouder van beroep. De kinderen zijn 14, 10 en 8 jaar. De lichamelijke ongemakken van vader Bernard, hij kan zijn armen slecht bewegen, zorgen ervoor dat voor dit soort klussen ze hulp van buitenaf moeten inroepen.
Eenmaal aan de klus aldaar werkte ik samen met vader en oudste zoon. Voertaal Frans uiteraard. Daar leer je veel van maar is uiterst vermoeiend voor iemand als ik die normaal zijn grijze massa vooral als ballast gebruikt.
Een week later zouden we de klus afmaken toen werd ik gevraagd of ik dan aansluitend mee wilde gaan naar een schaaktoernooi. Dat doen ze namelijk graag, papa Bernard en zijn twee zonen gaan regelmatig op toernooi. Ik was al eerder gevraagd mee te gaan maar kon dat altijd met een een of andere smoes omzeilen. Ik had zelfs uitgelegd dat schaken niet zo veel voor mij betekende. Of het nu kwam door mijn beroerde Franse taal of omdat ik in een onbewaakt moment een spelletje van Bernard had gewonnen, ik weet het niet. Maar de vraag om mee te gaan, bleef komen. Ik heb in mijn achterhoofd met dit soort dingen nog wel altijd zoiets van, je moet het hebben meegemaakt om te kunnen oordelen, dus deze keer gaf ik toe. Geen meesterzet bleek achteraf.
Ik werd door Bernard en zijn zonen opgehaald. Het Cliootje (Renault Clio, bijna de kleinste auto van het merk Renault) kwam iets na vijf uur voorrijden en ik mocht mij op een keiharde achterbank neervlijen, recht achter Bernard. Omdat we wat laat waren ging het gas er goed op en ik kan je vertellen. Bochten werden door onze coureur, met zijn slecht werkende armen, zowel aan de binnen als de buitenzijde afgesneden teneinde de afgelegde weg zo kort mogelijk te laten zijn. Je kan je voorstellen dat dat niet lekker zat en... er zijn heel, heel veel bochten. Mijn zorgen waren voor niets, zoals zo vaak, en ruim een uur later waren we op de plaats van bestemming. Vlak voor aanvang van het "toernooi", er stonden 18 tafels klaar, kwamen we daar aan. Ik was groen van wagenziekte, maar wilde niet lullig doen. Ik hield me sterk. Eenmaal ingeschreven vond ik mijzelf terug achter een bord met schaakstukken. Nu ken ik de regels wel een beetje en weet zelfs de klassieke opening te maken maar, waar dat dan vervolgens allemaal toe moet leiden, is mij een raadsel. Tegenover mij zat een kwajongen van een jaar of dertien die dat binnen enkele zetten door had. De partij was dan ook als een van de eerste voorbij. Om mij heen hoorde ik constant het geklik van de klokken naast het bord waarop werd bij gehouden hoeveel tijd je nog had. Bij het begin van het spel heeft iedereen 10 minuten op de klok staan en ik, ik vergat hem steeds uit te zetten waardoor ik steeds minder tijd had als de rest van de zaal. In de zaal wordt niet gesproken maar stiekem gefluisterd. Ik heb normaal al moeite om die gasten te verstaan, maar als ze gaan fluisteren is het helemaal niks. Pas na de vierde ronde was het eetpauze. Hier kon ik even bijkomen van alle hectiek en gelijk mijn glorieuze overwinning vieren in de laatste ronde voor de pauze. Tegenover mij had ik een iel meisje gehad, van naar later bleek negen jaar oud. Ik had het grote geluk dat ze die rare buitenlander tegenover haar veel interessanter vond dan de stukken op het bord. Handig maakte ik daar gebruik van een psychologische fijnzinnigheid van heb ik jouw daar. Ik had mijn eerste punten binnen.
Het eten zelf bestond uit een croc, een salade, een toetje en koffie. Een croc is een tosti met ham en en dit geval nauwelijks gesmolten kaas omdat de doorlooptijd van de tosti machine kort werd gehouden omdat iedereen er een wilde hebben. De salade en het toetje, zelfgemaakt door een van de dames achter de bar, waren lekker. Met de koffie ben ik even naar buiten gegaan, daar heb ik de koffie toevertrouwd aan de vrije natuur. Weer twee partijen later stond ik een na laatste op de einduitslag en vond ik me zelf weer achter op de bank van een te kleine auto. Tegen half 1 waren we thuis. Ik heb ze hartelijk bedankt voor deze voortreffelijke ervaring. Maar ik zal me niet snel nog eens laten schaken.
Hans Faber
Deze buren, een familie bestaande uit man, vrouw en drie kinderen waarvan twee eigen en een geadopteerd, zijn een heel vriendelijk en behulpzaam stel. Alleen lichamelijk hebben ze het wat lastig. Moeders is snel moe en algemeen zwak en werkt als administratief medewerker in een ziekenhuis. Vaders lichaam is getekend door jeugdpolio en is, misschien wel daarom, boekhouder van beroep. De kinderen zijn 14, 10 en 8 jaar. De lichamelijke ongemakken van vader Bernard, hij kan zijn armen slecht bewegen, zorgen ervoor dat voor dit soort klussen ze hulp van buitenaf moeten inroepen.
Eenmaal aan de klus aldaar werkte ik samen met vader en oudste zoon. Voertaal Frans uiteraard. Daar leer je veel van maar is uiterst vermoeiend voor iemand als ik die normaal zijn grijze massa vooral als ballast gebruikt.
Een week later zouden we de klus afmaken toen werd ik gevraagd of ik dan aansluitend mee wilde gaan naar een schaaktoernooi. Dat doen ze namelijk graag, papa Bernard en zijn twee zonen gaan regelmatig op toernooi. Ik was al eerder gevraagd mee te gaan maar kon dat altijd met een een of andere smoes omzeilen. Ik had zelfs uitgelegd dat schaken niet zo veel voor mij betekende. Of het nu kwam door mijn beroerde Franse taal of omdat ik in een onbewaakt moment een spelletje van Bernard had gewonnen, ik weet het niet. Maar de vraag om mee te gaan, bleef komen. Ik heb in mijn achterhoofd met dit soort dingen nog wel altijd zoiets van, je moet het hebben meegemaakt om te kunnen oordelen, dus deze keer gaf ik toe. Geen meesterzet bleek achteraf.
Ik werd door Bernard en zijn zonen opgehaald. Het Cliootje (Renault Clio, bijna de kleinste auto van het merk Renault) kwam iets na vijf uur voorrijden en ik mocht mij op een keiharde achterbank neervlijen, recht achter Bernard. Omdat we wat laat waren ging het gas er goed op en ik kan je vertellen. Bochten werden door onze coureur, met zijn slecht werkende armen, zowel aan de binnen als de buitenzijde afgesneden teneinde de afgelegde weg zo kort mogelijk te laten zijn. Je kan je voorstellen dat dat niet lekker zat en... er zijn heel, heel veel bochten. Mijn zorgen waren voor niets, zoals zo vaak, en ruim een uur later waren we op de plaats van bestemming. Vlak voor aanvang van het "toernooi", er stonden 18 tafels klaar, kwamen we daar aan. Ik was groen van wagenziekte, maar wilde niet lullig doen. Ik hield me sterk. Eenmaal ingeschreven vond ik mijzelf terug achter een bord met schaakstukken. Nu ken ik de regels wel een beetje en weet zelfs de klassieke opening te maken maar, waar dat dan vervolgens allemaal toe moet leiden, is mij een raadsel. Tegenover mij zat een kwajongen van een jaar of dertien die dat binnen enkele zetten door had. De partij was dan ook als een van de eerste voorbij. Om mij heen hoorde ik constant het geklik van de klokken naast het bord waarop werd bij gehouden hoeveel tijd je nog had. Bij het begin van het spel heeft iedereen 10 minuten op de klok staan en ik, ik vergat hem steeds uit te zetten waardoor ik steeds minder tijd had als de rest van de zaal. In de zaal wordt niet gesproken maar stiekem gefluisterd. Ik heb normaal al moeite om die gasten te verstaan, maar als ze gaan fluisteren is het helemaal niks. Pas na de vierde ronde was het eetpauze. Hier kon ik even bijkomen van alle hectiek en gelijk mijn glorieuze overwinning vieren in de laatste ronde voor de pauze. Tegenover mij had ik een iel meisje gehad, van naar later bleek negen jaar oud. Ik had het grote geluk dat ze die rare buitenlander tegenover haar veel interessanter vond dan de stukken op het bord. Handig maakte ik daar gebruik van een psychologische fijnzinnigheid van heb ik jouw daar. Ik had mijn eerste punten binnen.
Het eten zelf bestond uit een croc, een salade, een toetje en koffie. Een croc is een tosti met ham en en dit geval nauwelijks gesmolten kaas omdat de doorlooptijd van de tosti machine kort werd gehouden omdat iedereen er een wilde hebben. De salade en het toetje, zelfgemaakt door een van de dames achter de bar, waren lekker. Met de koffie ben ik even naar buiten gegaan, daar heb ik de koffie toevertrouwd aan de vrije natuur. Weer twee partijen later stond ik een na laatste op de einduitslag en vond ik me zelf weer achter op de bank van een te kleine auto. Tegen half 1 waren we thuis. Ik heb ze hartelijk bedankt voor deze voortreffelijke ervaring. Maar ik zal me niet snel nog eens laten schaken.
Hans Faber
<< Home